Voor de financiële opbouw van de programmabegroting 2024-2027 zijn onderstaande uitgangspunten/grondslagen geformuleerd.
Bedragen x €1.000
| Omschrijving uitgangspunt | Begroting 2024 |
| Indexering salaris/loonkosten | 4,20% |
| In de septembercirculaire gemeentefonds 2022 wordt op basis van het CPB voor het jaar 2024 voor de ontwikkeling van de loonvoet sector overheid uitgegaan van een percentage van 4,20%. | |
| Indexering leveringen, goederen en diensten | 2,50 % |
| In de septembercirculaire gemeentefonds 2022 wordt voor het jaar 2024 voor de ontwikkeling van het prijs bruto binnenlands product (pbbp) uitgegaan van een percentage van 2,50%. | |
| Algemene uitkering | Meicirculaire 2023 |
| De algemene uitkering ramen wij in de begroting volgens de meicirculaire 2023. Een van de componenten is de compensatie voor de verwachte indexatie. | |
| Rekenrente investeringen | 1,00% |
|
De rekenrente investeringen is berekend op basis van de richtlijnen zoals ze in de notitie rente (commissie BBV) zijn opgenomen. Het percentage voor 2024 wordt berekend op 1%. Het rentepercentage geldt voor de bestaande investeringen en nieuwe investeringen. Bij de begroting berekenen we of dit percentage nog voldoet. |
|
| Disconteringsvoet (grondexploitaties) | 2,00% |
| De commissie BBV heeft een notitie grondexploitatie vastgesteld. In deze notitie wordt o.a. ingegaan op de disconteringsvoet die gemeenten moeten hanteren voor het berekenen van de toekomstige baten en lasten van grondexploitaties en voor het bepalen van de te treffen verliesvoorziening. De disconteringsvoet die gemeenten vanaf 2016 moeten hanteren in de berekening van de contante waarde ten behoeve van het treffen van een verliesvoorziening voor negatieve grondexploitatie bedraagt 2%. | |
| Verbonden partijen (gemeenschappelijke regelingen) | Begroting GR 2023 |
| De vastgestelde begrotingen van de GR-en door het Algemeen bestuur vormen de basis voor de lasten in de begroting. In onze kadernota brengen we in beeld wat de conceptprogrammabegrotingen van de GR-en voor een gevolg hebben. | |
| bedragen x € 1.000 | |
| - Euregio Rijn-Waal (programma 3) | 0 |
| - Omgevingsdienst Brabant Noord (ODBN) (programma 7) | 668 |
| - Werkvoorzieningsschap Noordoost Brabant - bestuur (IBN) (programma 6) | 0 |
| - Brabants Historisch informatie Centrum (BHIC) (programma 1) | 44 |
| - GGD Hart voor Brabant (programma 6) | 520 |
| - Veiligheidsregio Brabant Noord(VRBN) (programma 1) | 801 |
| - Kleinschalig Collectief Vervoer Brabant Noordoost (programma 6) | 80 |
| - GR voor het toezicht op het openbaar onderwijs (programma 4) | 0 |
| - Regionaal Bureau Leerplicht en Voortijdig Schoolverlaten Brabant (programma 4) | 11 |
| - Regionale ambulancevoorziening Brabant Midden-West-Noord (RAV) (programma 6) | 0 |
| TOTAAL | 2.124 |
| Belastingen/heffingen | - |
| Onroerendezaakbelasting (OZB) | 7,50 % |
| Rioolheffing | Nog niet bekend |
| De lopende gemeentelijke rioleringsplannen worden geactualiseerd en vervangen door een Water en rioleringsprogramma 2024-2026. Dit vormt de basis voor het tarief die we opnemen in de programmabegroting 2024-2027. | |
| Reinigingsheffing | 2,50 % |
| De vaste tarieven reinigingsheffingen (afvalstoffenheffing en reinigingsrecht) worden in 2024 vooralsnog verhoogd met de inflatie. Diverse kostenontwikkelingen, lopende aanbestedingen kunnen leiden tot aanvullende tariefmaatregelen. Afhankelijk van de kostendekkendheid wordt het tarief aangepast. |