2. Financiële samenvatting

2.1 Financieel perspectief

Terug naar navigatie - 2.1 Financieel perspectief

Financieel perspectief

In onderstaande tabel wordt het verloop van het begrotingssaldo weergegeven.

Omschrijving 2025 2026 2027 2028 2029
Primitieve begroting 2025 92 -16.895 -20.171 -21.071 -21.071
Tweede bestuursrapportage 2024 -1.798 -1.798 -1.829 -1.828 -1.828
Septembercirculaire 2.140 4.533 4.831 5.170 5.170
Saldo proces zoals gepresenteerd in RIB 434 -14.160 -17.169 -17.729 -17.729
Decembercirculaire 2024 (2025-RIB-32) 1.050 1.123 1.705 1.947 2.190
Raadsbesluiten t/m perspectiefnota (peildatum 1 april) 34 1 966 -124 -119
Correcties op startsaldo als gevolg van doorrekening 2029 na verspreiden RIB         100
Saldo voor Waterval 1 en 2 1.518 -13.036 -14.498 -15.906 -15.558
Waterval 1 en 2  (2024-RIB-292)          
Realistisch begroten - WMO   516 812 1.117 1.117
Inzet algemene reserves     760 760 760
Ruimte in de begroting   3.737 3.688 3.842 3.842
Begrotingssaldo vóór perspectiefnota 2026 1.518 -8.783 -9.238 -10.187 -9.839
Perspectiefnota 2026 (onderdeel bestuursrapportage; hoofdstuk 3)          
- Autonome ontwikkeling -4.084 -1.947 -2.202 -2.194 -2.388
- Nieuw voor oud 0 11 11 0 0
- Budgetruimte 2.784 255 255 255 255
Effecten kleiner dan of gelijk aan € 50.000 -241 -387 -447 -470 -459
Effecten herberekening kapitaallasten 1.250 269 300 210 144
Startsaldo begrotingstraject 2026 1.227 -10.582 -11.321 -12.386 -12.287
Perspectiefnota 2026 (onderdeel kadernota; hoofdstuk 4)          
- Autonome ontwikkeling   -2.834 -2.681 -2.473 -2.495
- Nieuw   -23 -23 -47 -155
Effecten fasering investeringen   479 888 619 601
Effecten algemene uitkering, onderuitputting BCF   2.000 2.000 2.000 2.000
Saldo na perspectiefnota 2026   1.227 -10.958 -11.134 -12.289 -12.337

De ontwikkelingen 2025 en verder worden verantwoord in hoofdstuk 3.  In hoofdstuk 4 vindt u de verantwoording van de ontwikkelingen 2026 en verder. 
Hieronder volgt een toelichting op enkele onderdelen waar u niet eerder over bent geïnformeerd. 

Effecten herberekening kapitaallasten
Bij het opstellen van de jaarstukken 2024 heeft een analyse plaatsgevonden op investeringen die worden afgesloten en investeringen die worden overgeheveld. Doordat investeringen later gereed zijn dan begroot, start de afschrijving ook later dan begroot.  Deze herberekening levert per saldo een voordeel op.

Effecten fasering investeringen
De investeringen zijn beoordeeld op het jaar waarin deze gereed zijn. Hieruit zijn wijzigingen gekomen die financieel zijn verwerkt. Dit levert een voordeel op.

Effecten algemene uitkering, onderuitputting BTW compensatiefonds
In lijn met het rekenkamerrapport en de richtlijnen van de provincie wordt de verwachte onderuitputting op het BTW-compensatieplafond 2024 als voordeel ingeboekt. De definitieve onderuitputting wordt gecommuniceerd in de meicirculaire 2025. Het voordeel van € 2 mln. zoals opgenomen in de tabel betreft de onderuitputting conform de septembercirculaire 2024. 

2.2 Uitgangspunten

Terug naar navigatie - 2.2 Uitgangspunten

Voor de financiële opbouw van de programmabegroting 2026-2029 zijn onderstaande uitgangspunten/grondslagen geformuleerd.

Omschrijving uitgangspunt

Begroting 2026

 

 

Indexering salaris/loonkosten

 

In de begroting 2026 hanteren wij het prijsindexcijfer 'loonvoet sector overheid' uit de meicirculaire 2025.

Meicirculaire 2025, prijsindex loonvoet sector overheid / werkelijke CAO

Indexering leveringen, goederen en diensten

 

In de begroting 2026 hanteren wij het prijsindexcijfer 'bruto binnenlands product' uit de meicirculaire 2025.

Meicirculaire 2025, prijsindex bruto binnenlands product

Algemene uitkering

Meicirculaire 2025

De algemene uitkering ramen wij in de begroting volgens de meicirculaire 2025. 

 

BTW Compensatiefonds (BCF)

 

De begrotingscirculaire van de provincie biedt de mogelijkheid om de werkelijke onderuitputting (niet gebruikte gelden) van het BCF in te zetten voor de meerjarenbegroting.

Meicirculaire 2025, werkelijke onderuitputting BCF-plafond 2024

Rekenrente investeringen & grondexploitaties

 

De rekenrente investeringen is berekend op basis van de richtlijnen zoals ze in de notitie rente (commissie BBV) zijn opgenomen. Het percentage voor 2026 is 1,00 %. Het rentepercentage geldt voor de bestaande- en nieuwe investeringen. Bij de begroting berekenen we of dit percentage nog steeds voldoet. De commissie BBV heeft een notitie grondexploitatie vastgesteld. In deze notitie wordt o.a. ingegaan op de disconteringsvoet die gemeenten moeten hanteren voor het berekenen van de toekomstige baten en lasten van grondexploitaties en voor het bepalen van de te treffen verliesvoorziening. Wij hanteren hiervoor hetzelfde percentage als de rekenrente. Deze gebruiken voor de berekening van de contante waarde ten behoeve van het treffen van een verliesvoorziening voor negatieve grondexploitatie.

1,00 %

Belastingen/heffingen

 

In de begroting 2026 hanteren wij het prijsindexcijfer 'loonvoet sector overheid' uit de meicirculaire 2025 voor de indexatie op de Onroerendezaakbelasting (OZB). Het OZB-tarief corrigeren wij aan de hand van de opbrengsten van het lopende jaar.

Meicirculaire 2025, nationale consumentenprijsindex (CPI)

Rioolheffing

 

De lopende gemeentelijke rioleringsplannen worden geactualiseerd en vervangen door een Water en rioleringsprogramma. Dit vormt de basis voor het tarief die we opnemen in de programmabegroting 2026-2029.

100% kostendekkendheid

Reinigingsheffing

 

De vaste tarieven reinigingsheffingen (afvalstoffenheffing en reinigingsrecht) worden in 2026 vooralsnog verhoogd met de inflatie. Diverse kostenontwikkelingen, lopende aanbestedingen kunnen leiden tot aanvullende tariefmaatregelen. Afhankelijk van de kosten wordt het tarief aangepast.

100% kostendekkendheid

Gemeenschappelijke regelingen (GR-en)

 

De gemeenschappelijke regelingen (GR) leveren medio april hun ontwerp begroting in bij de gemeente. De gemeente geeft hierop een zienswijze. Deze zienswijze is het uitgangspunt (financieel) voor onze perspectiefnota 2026.

Voor de begroting 2026 hanteren wij als uitgangspunt het besluit van het Algemeen Bestuur (AB) van de GR waarin wij participeren. Bij dit besluit neemt het AB alle zienswijzen mee van de deelnemende GR.

Perspectiefnota: Zienswijze gemeente ontwerpbegroting

Begroting: Besluit AB GR

In onderstaande tabel ziet u de ontwerpbegroting van de gemeenschappelijke regelingen en onze zienswijze. Indien onze zienswijze's worden verwerkt in de programmabegroting van de desbetreffende gemeenschappelijke regeling bedraagt de uitzetting op het begrotingssaldo € 348.000. Mocht onze zienswijze niet worden verwerkt in de programmabegroting dan bedraagt de uitzetting € 566.000. 

Gemeenschappelijke regeling Budget in begroting 2026 Land van Cuijk  Concept begroting 2026 gemeenschappelijke regeling Zienswijze Land van Cuijk op concept begroting 2026 gemeenschappelijke regeling
Brabants Historisch informatie Centrum (BHIC) (programma 1) 425 451 451
Veiligheidsregio Brabant Noord(VRBN) (programma 1) 6.883 7.122 7.122
Euregio Rijn-Waal (programma 3)  19 20 20
Regionaal Bureau Leerplicht en Voortijdig Schoolverlaten Brabant (programma 4) 252 252 252
Werkvoorzieningsschap Noordoost Brabant - bestuur (IBN) (programma 6) 25 25 25
GGD Hart voor Brabant (programma 6) 4.115 4.269 4.162
Kleinschalig Collectief Vervoer Brabant Noordoost (programma 6) 865 900 900
Omgevingsdienst Brabant Noord (ODBN) (programma 7) 4.356 4.467 4.356
       
Totaal bedragen 16.940 17.506 17.288
       
Effect op het begrotingssaldo   566 348