2.8 Volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en stedelijke vernieuwing

Algemene inleiding

Terug naar navigatie - Algemene inleiding
Dit programma omvat de ruimtelijke beleidsontwikkeling. Hierbij moet worden gedacht aan ruimtelijke plannen, zoals bestemmingsplannen en beleidsontwikkeling op het gebied van wonen, ruimtelijke ordening en stedelijke vernieuwing. Daarnaast maken ook de grondexploitatie, de voorbereiding op de nieuwe Omgevingswet en vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) deel uit van dit programma.

Wat willen we bereiken?

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken?
Om de leefbaarheid en vitaliteit van onze kernen en het landelijk gebied verder te versterken, moeten we toe naar het creëren en doelmatig behouden van een aantrekkelijke, gezonde, veilige en duurzame leefomgeving. Dat vraagt onder andere om een meer
samenhangende benadering van de thema’s die de fysieke leefomgeving raken (geluid, water, bodem, erfgoed, groen, verkeer(sveiligheid), wonen en voorzieningen) maar ook ten aanzien van de maatschappelijke opgaven (energietransitie, mobiliteit gezondheid en circulariteit). De Omgevingswet gaat ons daarbij helpen.
 
Omgevingswet
De invoering van de Omgevingswet (1 januari 2023) heeft een grote impact op onze organisatie. Niet alleen vraagt de wet om een andere manier van werken, maar ook van initiatiefnemer wordt meer verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid verlangd. De wet
bundelt en moderniseert de regelgeving die betrekking heeft op de fysieke leefomgeving en vereist dat de omgevingsdialoog wezenlijk onderdeel gaat uitmaken van de procedures. De implementatie van de wet in de gemeentelijke organisatie is nagenoeg afgerond. In dat kader is ook een start gemaakt met het opstellen van twee nieuwe wettelijke instrumenten (Omgevingsvisie en Omgevingsplan). In de geest van deze nieuwe wet wordt gewerkt aan de positionering en profilering van onze gemeente en de maatschappelijke opgaven waarvoor we de komende jaren aan de lat staan. Majeure opgaven in dit verband zijn onder andere
woningbouw en de transitie van het landelijk gebied.
 
Wonen
Het zorgen voor voldoende en geschikte woningen voor alle doelgroepen is een topprioriteit. Er ligt een stevige ambitie om 4.000 nieuwe woningen te realiseren vóór 2030; dat is een versnelling van 1.250 woningen ten opzichte van de huidige prognose. Daarnaast zullen we additioneel nog moeten inzetten op tijdelijke woningen voor spoedzoekers. Het invullen van de opgave is noodzakelijk om het woningtekort op te lossen en de sociale- en economische veerkracht te vergroten. De uitdaging daarbij is om nieuwe woonlocaties te zoeken die toekomstproof (duurzaam- en klimaatbestendig), goed bereikbaar en gelegen in de nabijheid van voorzieningen zijn.
 
Transitie Landelijk Gebied
Ons landelijk gebied is het grootste van Brabant en volop in beweging. Het kent een diversiteit aan belangen en staat voor de nodige economische, maatschappelijke en duurzaamheidsopgaven. Vanuit onze strategische agrifood-ambitie koppelen we die
opgaven zodanig dat in ons landelijk gebied ruimte blijft voor vitale landbouw met een goed economisch perspectief voor ondernemingen. Uiteraard is het er ook prettig wonen en werken. Het toewerken naar die nieuwe balans doen we vanuit drie perspectieven: Transitie van de landbouw, Klimaatadaptatie en energietransitie en Natuur en landschap. Met het oog op de actuele landelijke en provinciale ontwikkelingen rondom stikstof wordt zo spoedig mogelijk gestart met het opstellen van de visie voor het buitengebied.

Wat gaan we daarvoor doen?

Terug naar navigatie - Wat gaan we daarvoor doen?
Omgevingswet
  • We willen informatiesystemen implementeren en aansluiten op Digitaal Stelsel Omgevingswet.
  • We willen een regiekamer/omgevingstafel inrichten.
  • We gaan de verordeningen opschonen gericht op de fysieke leefomgeving (harmonisatie beleid).
  • We gaan van start met het opstellen van de omgevingsvisie. Deze omgevingsvisie is het centrale beleidsdocument en moet uiterlijk in 2024 klaar zijn. In de omgevingsvisie worden de strategische beleidsdoelen voor de fysieke leefomgeving bepaald. Op verschillende plaatsen in deze kaderbrief is sprake van harmonisatie of nieuw beleid. Voor zover dat sectorale beleid van invloed is op de fysieke omgeving, is het een bouwsteen voor de Omgevingsvisie of krijgt het haar doorvertaling in de Omgevingsvisie. Behalve strategisch en gebiedsgericht, wordt de Omgevingsvisie dus ook het document waarin belangen en doelen integraal zijn afgewogen.
  • We gaan een Omgevingsplan opstellen. Na de invoering van de Omgevingswet op 1 januari 2023 moeten gedurende de overgangsperiode tot 1 januari 2030 diverse werkzaamheden plaatsvinden, zoals het stapsgewijs omzetten van bestemmingsplannen van de voormalige gemeenten naar uiteindelijk één Omgevingsplan en het opstellen van een basisset omgevingsplanregels (handboek).
Wonen
Opstellen Woonvisie
Om de ambities waar te maken is het belangrijk om met een gedegen woonvisie de opgaven in te vullen. Dit is tevens een belangrijk product om de over-programmering te legitimeren en afspraken te kunnen maken met de corporaties. In 2022 willen we nader onderzoek doen naar de vraagontwikkeling en in 2023 een woonvisie opstellen die het volgende bevat:
  • Toetsingskader woningbouwplannen (niet alleen op basis van prijs)
  • Bouwsteen omgevingsvisie (locaties)
  • Kader voor prestatieafspraken met woningcorporaties
  • Weging instrumenten als: doelgroepenverordening, erfpacht, financieringsconstructies, koopconstructies/ verkoop-onder voorwaarden etc.
Opstellen Huisvestingsverordening
Ter uitvoering van de Woonvisie, kunnen in de Huisvestingsverordening regels worden vastgelegd over de toewijzing van huurwoningen en over het bepalen van de urgentievolgorde voor woningzoekenden. Daarnaast kunnen wijzigingen in de
woningvoorraad (bijvoorbeeld splitsen van woningen) vergunningplichtig worden gesteld. Andere mogelijkheden zijn het voorkomen/beperken van toeristische verhuur van woonruimten en het invoeren van een opkoopbescherming.
 
Visie Transitie Landelijk Gebied
Veel partijen zijn betrokken bij de verschillende ontwikkelingen in het landelijk gebied. Dat vraagt om een aanpak waarbij we waar nodig onze verantwoordelijkheid nemen, leiderschap tonen en betrokkenheid laten zien (het opgavegericht werken). De basis hiertoe vormt een gezamenlijke visie die richting geeft aan de transitie, houvast biedt bij keuzes en actief bijdraagt aan de toekomstbestendigheid van het landelijk gebied. Voor het opstellen van de Visie en de uitwerking daarvan in een programma/opgave zijn middelen nodig voor onder andere de communicatie, het organiseren van (participatie)bijeenkomsten, inrichten website, inschakelen deskundigenadvies en beperkt incidenteel het bijdragen aan ontwikkelingen die het programma versterken (co-financiering).