4. Financiering

Algemeen

Terug naar navigatie - Algemeen

Deze paragraaf vloeit voort uit bepalingen van de Wet financiering decentrale overheden (Wet Fido). Deze wet beoogt het bevorderen van een solide financiering en kredietwaardigheid van decentrale overheden en het beheersen van financiële risico’s. Het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) schrijft voor dat in ieder geval de beleidsvoornemens van het risicobeheer van de financieringsportefeuille genoemd worden in deze paragraaf. Deze financieringsparagraaf is zowel voor de begroting als voor de programmarekening, in samenhang met de financiële verordening, een belangrijk instrument voor het transparant maken, het sturen, het beheersen en het controleren van de financieringsfunctie.

Treasuryfunctie

Terug naar navigatie - Treasuryfunctie

De treasuryfunctie van onze gemeente dient tot:

  • Het verzekeren van duurzame toegang tot financiële markten tegen acceptabele condities;
  • Het beschermen van gemeentelijke vermogens- en (rente)resultaten tegen ongewenste financiële risico’s zoals renterisico’s, koersrisico’s, valutarisico’s, kredietrisico’s en interne liquiditeitsrisico’s;
  • Het minimaliseren van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities;
  • Het optimaliseren van renteresultaten binnen de kaders van de Wet Fido respectievelijk de limieten en richtlijnen van de financiële verordening.

Risicobeheer

Terug naar navigatie - Risicobeheer

De financiële risico’s bestaan uit renterisico’s, koersrisico’s, valutarisico’s, interne liquiditeitsrisico’s en kredietrisico’s.

Renterisico
Het renterisico is het risico dat de gemeente wordt geconfronteerd met sterke rentestijgingen voor geldleningen. Renterisicobeheer is het bewust beperken van de negatieve invloed van toekomstige rentewijzigingen. Het renterisico kan o.a. beperkt worden door de aflossings- en renteherzieningsmomenten van leningen goed te spreiden bij het aantrekken van nieuwe leningen en/of vervroegd af te lossen. In de Wet Fido zijn een kasgeldlimiet en een renterisiconorm vastgelegd om het renterisico bij decentrale overheden te beheersen. Rapportering over deze normen vindt plaats door middel van de paragraaf Financiering. 

Koers- en valutarisico
Van koersrisico is sprake als financiële activa van de gemeente in waarde verminderen door negatieve koersontwikkelingen. Sinds de invoering van het schatkistbankieren kunnen koersrisico’s alleen nog worden gelopen over uitzettingen zonder hoofdsomgarantie van vóór de invoeringsdatum. Onze gemeente heeft deze uitzettingen niet, waardoor koersrisico’s niet aan de orde zijn.
Valutarisico’s worden door onze gemeente uitgesloten. Er worden uitsluitend leningen verstrekt, aangegaan of gegarandeerd in euro’s. Aandelen worden in de balans opgenomen tegen de nominale waarde, waardoor er geen koersrisico’s worden gelopen.

Intern liquiditeitsrisico
Interne liquiditeitsrisico’s doen zich bijvoorbeeld voor wanneer de gemeente gelden voor een bepaalde periode heeft uitgezet en gedurende de looptijd van de uitzetting blijkt dat de gelden (onverwacht) nodig zijn voor het doen van een investering. Dit kan tot gevolg hebben dat de gemeente (tijdelijk) een lening moet aantrekken of tussentijds een uitzetting moet verkopen. In beide gevallen kan dit negatieve financiële gevolgen hebben. Door een (meerjarige) liquiditeitenplanning ontstaat inzicht in de behoefte aan liquide middelen dan wel in het overschot aan liquide middelen. De verwachting is dat zich in 2022 geen interne liquiditeitsrisico’s zullen voordoen.

Kasgeldlimiet

Terug naar navigatie - Kasgeldlimiet

Onzekerheid over de toekomstige te betalen rente op de korte termijn brengt een risico met zich mee. In de Wet Fido is een kasgeldlimiet vastgelegd om het renterisico bij decentrale overheden te beheersen door een grens te stellen aan financiering op korte termijn. Dit betekent dat de korte schuld voor gemeenten maximaal 8,5% van het begrotingstotaal mag bedragen. De korte schuld bestaat uit de opgenomen gelden met een oorspronkelijke rente-typische looptijd korter dan een jaar en de schuld in rekening-courant en is bedoeld voor het financieren van lopende uitgaven.
Op dit moment is het niet mogelijk om de kasgeldlimiet voor de begroting 2022 te berekenen.

Renterisiconorm

Terug naar navigatie - Renterisiconorm

Voor de lange termijn wordt de renteonzekerheid uitgedrukt in het renterisico. In de Wet Fido is een renterisiconorm voor decentrale overheden vastgelegd. Het uitgangspunt van de renterisiconorm is het beheersen van de renterisico’s op langlopende schulden (leningen met een looptijd van langer dan één jaar). Dit gebeurt door het aanbrengen van spreiding in de looptijden van de leningen. Hiermee wordt voorkomen, dat een groot deel van de leningen tegelijk opnieuw moeten worden afgesloten, met het risico van snel oplopende rentelasten.
De renterisiconorm is bepaald op 20% van het begrotingstotaal. Dat wil zeggen dat de jaarlijks verplichte aflossingen en de renteherzieningen niet meer mogen bedragen dan 20% van het begrotingstotaal. Hierbij is een minimumbedrag bepaald van € 2,5 miljoen.
Op dit moment is het niet mogelijk om de renterisiconorm voor de begroting 2022 te berekenen.

Schatkistbankieren

Terug naar navigatie - Schatkistbankieren

Op basis de Wet Verplicht schatkistbankieren zijn decentrale overheden (o.a. gemeenten) verplicht om hun overtollige middelen in de schatkist bij het ministerie van Financiën aan te houden. Dit houdt in dat geld en vermogen niet bij banken en instellingen buiten de schatkist mogen worden gehouden. Overtollige middelen mogen alleen in rekening-courant en via deposito's bij de schatkist worden aangehouden of onderling worden uitgeleend aan andere decentrale overheden.