Omschrijving uitgangspunt | Begroting 2025 |
Indexering salaris/loonkosten | |
In de begroting 2025 hanteren wij het prijsindexcijfer 'loonvoet sector overheid' uit de meicirculaire 2024. Als indicatie geven wij het prijsindexcijfers wat benoemd is bij de septembercirculaire gemeentefonds 2023: 5,8% |
Meicirculaire 2024, prijsindex loonvoet sector overheid |
Indexering leveringen, goederen en diensten | |
In de begroting 2025 hanteren wij het prijsindexcijfer 'bruto binnenlands product' uit de meicirculaire 2024. Als indicatie geven wij het prijsindexcijfers wat benoemd is bij de septembercirculaire gemeentefonds 2023: 2,8% |
Meicirculaire 2024, prijsindex bruto binnenlands product |
Algemene uitkering | Meicirculaire 2024 |
De algemene uitkering ramen wij in de begroting volgens de meicirculaire 2024. Een van de componenten is de compensatie voor de verwachte indexatie. | |
Rekenrente investeringen | 1,00 % |
De rekenrente investeringen is berekend op basis van de richtlijnen zoals ze in de notitie rente (commissie BBV) zijn opgenomen. Het percentage voor 2025 wordt berekend op 1,00 %. Het rentepercentage geldt voor de bestaande investeringen en nieuwe investeringen. Bij de begroting berekenen we of dit percentage nog voldoet. |
|
Disconteringsvoet (grondexploitaties) | 2,00 % |
De commissie BBV heeft een notitie grondexploitatie vastgesteld. In deze notitie wordt o.a. ingegaan op de disconteringsvoet die gemeenten moeten hanteren voor het berekenen van de toekomstige baten en lasten van grondexploitaties en voor het bepalen van de te treffen verliesvoorziening. De disconteringsvoet die gemeenten vanaf 2016 moeten hanteren in de berekening van de contante waarde ten behoeve van het treffen van een verliesvoorziening voor negatieve grondexploitatie bedraagt 2,00 %. | |
Verbonden partijen (gemeenschappelijke regelingen) | Begroting GR 2025 |
De vastgestelde begrotingen van de GR-en door het Algemeen bestuur vormen de basis voor de lasten in de begroting. In onze kadernota brengen we in beeld wat de conceptprogrammabegrotingen van de GR-en voor een gevolg hebben. | bedragen x € 1.000 |
Brabants Historisch informatie Centrum (BHIC) (programma 1) | -18 |
Veiligheidsregio Brabant Noord (VRBN) (programma 1) |
283 |
Euregio Rijn-Waal (programma 3) | 0 |
GR voor het toezicht op het openbaar onderwijs (programma 4) | 0 |
Regionaal Bureau Leerplicht en Voortijdig Schoolverlaten Brabant (programma 4) | -6 |
Werkvoorzieningsschap Noordoost Brabant - bestuur (IBN) (programma 6) | 0 |
GGD Hart voor Brabant (programma 6) | 187 |
Kleinschalig Collectief Vervoer Brabant Noordoost (programma 6) | -140 |
Regionale ambulancevoorziening Brabant Midden-West-Noord (RAV) (programma 6) | 0 |
Omgevingsdienst Brabant Noord (ODBN) (programma 7) | 113 |
Totaal | 419 |
Belastingen/heffingen | |
Onroerendezaakbelasting (OZB) | Indexatie CPI index |
Rioolheffing | |
De lopende gemeentelijke rioleringsplannen worden geactualiseerd en vervangen door een Water en rioleringsprogramma. Dit vormt de basis voor het tarief die we opnemen in de programmabegroting 2025-2028. |
100% kosten-dekkendheid, percentage nog niet bekend |
Reinigingsheffing | |
De vaste tarieven reinigingsheffingen (afvalstoffenheffing en reinigingsrecht) worden in 2025 vooralsnog verhoogd met de inflatie. Diverse kostenontwikkelingen, lopende aanbestedingen kunnen leiden tot aanvullende tariefmaatregelen. Afhankelijk van de kostendekkendheid wordt het tarief aangepast. | 100% kosten-dekkendheid, percentage nog niet bekend |
Uitgangspunten
Terug naar navigatie - Uitgangspunten - UitgangspuntenVoor de financiële opbouw van de programmabegroting 2025-2028 zijn onderstaande uitgangspunten/grondslagen geformuleerd.