2. Weerstandsvermogen en risicobeheersing

1. Inleiding

Terug naar navigatie - 1. Inleiding

Het weerstandsvermogen van de gemeente geeft een indicatie van de mate waarin de gemeente in staat is om financiële tegenvallers op te vangen zonder dat de continuïteit in gevaar komt (de financiële weerbaarheid), de mogelijkheid voor de gemeente om substantiële tegenvallers op te vangen zonder dat het bestaande beleid daarvoor hoeft te worden aangepast en geeft de robuustheid van de financiële positie van de gemeente aan. Het is niet mogelijk beleid te ontwikkelen en uit te voeren zonder dat daar (financiële) risico's bij ontstaan.  Van belang is een goed systeem van risicomanagement zodat bewust en gecalculeerd met risico's kan worden omgegaan en zo nodig maatregelen getroffen kunnen worden om het risico te beheersen.

In de nota Risicomanagement Land van Cuijk wordt uiteengezet hoe het risicomanagement binnen de gemeente Land van Cuijk wordt vormgegeven en welke verplichte onderdelen in de paragraaf ‘Weerstandsvermogen en risicobeheersing’ worden opgenomen. De nota Risicomanagement is in het najaar 2023 vastgesteld. De risico-inventarisatie inclusief score is echter nog niet afgerond. Voor inventarisatie van de risico’s in het jaarverslag 2024  is aangesloten bij de risico's uit de begroting 2024 (meest voorkomende risico's 2018-2021 door de VNG aangevuld met lokale 'aandacht' dossiers).

2. Weerstandscapaciteit

Terug naar navigatie - 2. Weerstandscapaciteit

Beschikbare weerstandscapaciteit
De beschikbare weerstandscapaciteit bestaat uit de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt of kan beschikken om niet begrote kosten te dekken. Onderscheid wordt gemaakt in incidentele en structurele weerstandscapaciteit. Dit is wenselijk, omdat je een risico met structurele gevolgen niet wilt dekken met incidentele middelen en anderzijds voor een incidenteel risico geen structurele maatregelen wilt nemen.
Conform de Nota Risicomanagement Land van Cuijk worden de volgende onderdelen tot de weerstandscapaciteit gerekend:

a.    Begrotingsruimte (structureel)
De meerjarenbegroting van de gemeente moet structureel en reëel in evenwicht zijn. Als de begroting en meerjarenraming sluit met een positief saldo, is er sprake van begrotingsruimte. Vanwege de ingreep van het kabinet in het gemeentefonds vanaf 2026 adviseert de VNG voor 2026 en 2027 een realistische begroting in beeld te brengen met waarschijnlijk duidelijke tekorten. De gemeente Land van Cuijk heeft dit advies opgevolgd, waardoor de meerjarige begrotingsruimte nihil is.

b.    Onbenutte belastingcapaciteit (structureel)
De onbenutte belastingcapaciteit is de ruimte die nog aanwezig is tussen de huidige opbrengst en de maximaal toegestane belastingopbrengst. Hierbij kijkt de gemeente Land van Cuijk alleen naar de OZB. De onbenutte belastingcapaciteit bij de OZB is zo groot als het verschil tussen het gehanteerde tarief en het tarief om tot een artikel 12 gemeente gerekend te worden. Het percentage van de WOZ-waarde voor toelating tot artikel 12 voor het jaar 2024 is vastgesteld op 0,1614. Het gewogen gemiddelde percentage 2024 voor de gemeente Land van Cuijk bedraagt 0,1433. Derhalve bedraagt de ruimte 0,018% van de totale waarde  woningen+ waarde niet-woningen gebruikers+ waarde niet-woningen eigenaren is € 3.454.000

c.  Resultaat jaarrekening 2024 (incidenteel) bedraagt € 20.619.000

d.    Algemene reserve
De Algemene reserve is onderdeel van het eigen vermogen en is gevormd uit overschotten uit de exploitatie en is in principe vrij aanwendbaar. In de op 6 april 2023 vastgestelde Nota Reserves en voorzieningen Land van Cuijk wordt het doel van de algemene reserve als volgt omschreven: de reserve vormt een algemene buffer c.q. weerstandsvermogen. De Algemene reserve bedraagt per 31-12-2024 € 94.227.000

e.    Stille reserves
Stille reserves zijn onderdeel van het eigen vermogen, welke niet in de balans tot uitdrukking komen. Het gaat hierbij om bezittingen die geen boekwaarde hebben maar wel een marktwaarde. Het Gemeentelijk Toezicht Kader 2020 geeft kaders voor de toerekening van stille reserves voor de weerstandscapaciteit. Conform de Nota Risicomanagement Land van Cuijk worden alleen de (verpachte) landbouwgrond toegerekend tot de weerstandscapaciteit met een onderscheid tussen lang en korte verpachting. Deze gronden zijn duidelijk geregistreerd, goed verhandelbaar, zijn goed te waarderen en tasten het functioneren van de gemeente bij verkoop niet aan.
Op basis van cijfers van de ASR bedraagt de gemiddelde agrarische grondprijs in onze regio op € 8,3 per m2. Voor lange verpachting wordt uitgegaan van waarde van 60% van deze grondprijs en voor korte verpachting een waarde van 70%. In 2024 bedroeg het areaal 1.233 hectare lange verpachting en 394 hectare korte verpachting. De waarde van de stille reserve wordt hiermee bepaald op € 84.295.000.

Hiermee komt de structurele weerstandscapaciteit 2024 op €  3.454.000  en de incidentele weerstandscapaciteit 2024 op € 199.140.000, in totaal €  202.595.000. Dit is € 53,5 miljoen meer dan verwacht bij de begroting 2024. Dit komt met name door het positieve jaarresultaat van 2023 en 2024.

3. Risico's

Terug naar navigatie - 3. Risico's

Om het weerstandsvermogen te kunnen beoordelen, is naast de weerstandscapaciteit ook inzicht nodig in de omvang van de risico’s waarmee in de begroting geen rekening is gehouden en waarvoor geen verzekeringen zijn afgesloten.

1. Grondbeleid en ruimtelijke ontwikkelingen
Achter het vaak genoemde risico van grondexploitatietekorten gaan meerdere maatschappelijke uitdagingen schuil. In de eerste plaats de krapte op de woningmarkt en de landelijke gestuurde bouwopgave. Ook zaken zoals de Omgevingswet, de verduurzamingsopdracht en de stikstofproblematiek raken het gemeentelijk grondbeleid. Grondbeleid – zoals vastgelegd in de nota Grondbeleid Land van Cuijk – is geen doel op zich maar een middel. Het is een middel om ruimtelijke doelstellingen op het gebied van de volkshuisvesting, lokale economie, natuur en groen, infrastructuur en maatschappelijke voorzieningen te realiseren.

De gemeente dient een passend financieel weerstandsvermogen op te bouwen voor de risico’s van grondexploitaties. Risico’s door het effect van vertraging van de opbrengsten, het effect van een lagere indexering van de opbrengsten, het effect van stijging van de rente.

Een mogelijke methode van risicoberekening is de hantering IFLO-norm van het ministerie van Binnenlandse Zaken. Deze norm is een snelle en eenvoudige manier om het minimaal  noodzakelijke weerstandscapaciteit te bepalen. De norm bestaat uit 2 elementen:

10% van de boekwaarden van de exploitaties;
10% van de nog te maken kosten in deze exploitaties.

2. De digitalisering en informatieveiligheid
De toenemende digitalisering biedt zowel kansen als bedreigingen. Kansen zijn dat een gemeente de dienstverlening en de taken efficiënter en gebruiksvriendelijker kan vervullen. De bedreigingen komen neer op het kunnen weerstaan van cybercriminaliteit, geen goede gegevensbescherming en/of langdurige uitval van systemen.

Een cybercrisis is iedere (opzettelijke) verstoring, uitval of misbruik van een gedigitaliseerd proces, (informatie-) systeem of informatiedienst die de maatschappelijke continuïteit, openbare orde en veiligheid bedreigt of verstoort.

Mogelijke (financiële) risico’s

Bij ransomware: wel of niet betalen van het losgeld (kan onder andere effect en effectduur beïnvloeden);
Inhuur: inschakelen forensische experts en digitale experts van buiten;
Vrijgeven systeem: duur van monitoring van het systeem na (mogelijke) infectie ten opzichte van het vrijgeven van het systeem;
Herstel systemen: kosten tot herstel getroffen systemen;
Uitschakeling (nog niet getroffen) systemen: uitschakelen van systemen en/of applicaties waardoor bepaalde bedrijfsprocessen stilvallen met als doel isolatie, maar met als gevolg onduidelijke keteneffecten;
Voortgang dienstverlening: dienstverlening valt stil vanuit getroffen en nog niet getroffen systemen.
Datalek van privacygevoelige informatie.
Iedere gemeente behoort te voldoen aan de Baseline Informatiebeveiliging Nederlandse Overheid (BIO). Dit is het minimumniveau van maatregelen dat dient te zijn geïmplementeerd.

De onzekerheid op de mogelijke financiële impact van inbreuken op de integriteit, vertrouwelijkheid en beschikbaarheid van gegevens is in het algemeen, dus niet voor een specifiek geval, bijzonder groot. Daarom wordt dit risico voorlopig  opgenomen voor 10% van de ICT-kosten 2024 in het weerstandsvermogen.

3. Energie- en andere transities
Gemeenten hebben een cruciale rol in de energietransitie. De energietransitie en de klimaatdoelen kennen meerdere stippen aan de horizon, zoals een halvering van de broeikasgassen (2030) of van het aardgas af (2050). Het rijk heeft voor deze transities geen expliciete taakstelling opgelegd, maar heeft gekozen voor een meerjarige programmatische aanpak met landsdekkende integrale regionale energie strategieën (RES). De besluitvorming over deze strategieën vindt plaats via het Omgevingsbeleid van rijk, provincies en gemeenten.

De gemeente Land van Cuijk heeft binnen de RES Noordoost Brabant een opgave afgesproken om vóór 2030 een vastgestelde hoeveelheid duurzame elektriciteit opwek gerealiseerd te hebben. Daarnaast heeft de raad de ambitie om in 2045 een klimaatneutraal Land van Cuijk te zijn. Riskante innovaties, dure pilots en oplopende prijzen voor fossiele bronnen en investeringen in duurzaamheid zijn voorbeelden van gebeurtenissen waar deze transitie voorlopig nog mee te maken zal krijgen. Dit risico wordt voorlopig opgenomen voor 10% van de energietransitiekosten 2024 in het weerstandsvermogen.

4. Gemeenschappelijke regelingen (verbonden partijen)
Elke gemeente heeft te maken met gemeenschappelijke regelingen. De invloed die een gemeente erop kan uitoefenen verschilt per partij.

Cao en prijsontwikkelingen werken over het algemeen door in de bijdragen aan gemeenschappelijke regelingen.

Conform artikel 15 BBV dient in de paragraaf verbonden partijen de eventuele risico’s van de verbonden partij voor de financiële positie van de gemeente opgenomen te worden. In dit artikel wordt ook een relatie gelegd met artikel 11 BBV (Weerstandsvermogen).

5. Het sociaal domein
Het sociaal domein omvat het geheel aan ondersteunende sociale voorzieningen voor de lokale samenleving. De gemeente voert uit wat in onder meer de Jeugdwet (JW), de  Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) en de Participatiewet (PW) wordt voorgeschreven. Voor het sociaal domein gelden binnen deze beleidskaders onzekerheden aan zowel de uitgaven- als de inkomstenkant. Het betreffen open eind regelingen waarbij de uitgaven niet altijd beheersbaar zijn. Naast risico in de ontwikkeling van het aantal zorgvoorzieningen geldt ook hier het inflatie-risico. Binnen de Participatie geldt daarnaast dat de uitgaven conjunctuurgevoelig zijn. Tenslotte geldt dat de middelen die het Rijk beschikbaar stelt aan de gemeenten voor deze taken ter discussie staan en dat zorgt voor onzekerheden aan de inkomstenkant.

Als risico houden we rekening met een financieel risico van 2% op prijs en 2% op volume aan van de werkelijke kosten 2024.

6. Grote (infrastructurele) projecten
Een project betekent per definitie risico-gestuurd werken, gefaseerd, met tussentijdse mijlpalen en een duidelijk eindresultaat. De meeste grote projecten zijn complex qua uiteenlopende belangen, tijdsduur en technologische zekerheid. De huidige cumulatie van ontwikkelingen maakt dat de gemeente bij met name de uitvoering van projecten te maken heeft met schaarste aan personeel, schaarste aan materialen, schaarste aan energiebronnen en -dragers en beperkingen als gevolg van de milieu- en stikstofproblematiek. Hierdoor kunnen projecten veel duurder worden en kan de uitvoering vertraging oplopen.

7. Rentestijging
De gemeente trekt langlopende leningen aan om in de eigen financieringsbehoefte te voorzien. De jaarlijkse kosten van de financieringsbehoefte (rentelasten) worden bepaald door de omvang van de bestaande leningenportefeuille, de financieringsbehoefte als gevolg van voorgenomen investeringen en de van toepassing zijnde rentetarieven. De oplopende rente zorgt er momenteel voor dat geld lenen duurder wordt, terwijl tegelijkertijd de inflatie historisch hoog is en investeringen meer kosten. In 2024 zijn geen nieuwe langlopende geldleningen door de gemeente aangetrokken.

8. Gemeentefonds
De algemene uitkering uit het gemeentefonds kende de afgelopen jaren veel fluctuaties. De verschillende crisis situaties hebben effect gehad op de rijksuitgaven. De “trap op-trap af” systematiek in de algemene uitkering werkt deze fluctuaties in de hand, terwijl gemeenten behoefte hadden aan stabiliteit. De discussie rondom de herverdeling heeft ook onrust veroorzaakt. Dit heeft geleid tot het inbouwen van meer stabiliteit in de algemene uitkering van de komende jaren. De “trap op-trap af” systematiek is losgelaten en gemeenten hebben meer duidelijkheid over herverdelingseffecten.
De belangrijkste wijzigingen in de Voorjaarsnota 2024 van het Rijk  zijn het vervroegen van de nieuwe financieringssystematiek van 2027 naar 2024 en het schrappen van de opschalingskorting vanaf 2026. Het kabinet vraagt hiervoor wel een prijs. In 2025 wordt het gemeentefonds eenmalig € 675 miljoen lager vastgesteld. Vanaf 2026 stijgt het structureel met € 750 miljoen oplopend tot ongeveer € 1 miljard in 2029. Door negatieve compensatie van de oude accrestranches en lagere compensaties blijft het resterende financieel ravijn vanaf 2026 structureel € 2,5 miljard.

9. Arbeidsmarkt/Organisatie
Eén van de belangrijkste uitdagingen binnen de gemeente Land van Cuijk is het vasthouden van de balans tussen de ambities van het bestuur, de financiële middelen en de capaciteit in de organisatie (zowel kwalitatief als kwantitatief).

De arbeidsmarkt is zeer krap, nieuw personeel werven blijft de komende periode moeilijk. Deze krapte zal waarschijnlijk voorlopig aanhouden. Dat noopt ons anders te kijken naar de arbeidsmarkt en het werven van nieuwe medewerkers. Een andere uitdaging is de stijging van het langdurig ziekteverzuim.

Deze ontwikkelingen brengen het risico met zich mee dat de voorgenomen ambities niet of niet met hetzelfde tempo kunnen worden gerealiseerd. Inhuur van personeel kost aanzienlijk meer dan eigen personeel. Dit risico wordt ingeschat op 10% van de salariskosten personeel 2024. 

10. Schadestaatsprocedure faillissement scheepswerf

De schadeclaim inzake de scheepswerf kan (potentieel) een financieel risico voor de gemeente opleveren. Hoe groot dit risico is, is helaas onduidelijk. 
De gemeente heeft eind 2024 een dagvaarding ontvangen van (de advocaat van) de curator van de de failliete scheepswerf. De scheepswerf is al in 2011 failliet gegaan.
Met het uitbrengen van de dagvaarding is de zogenaamde schadestaatprocedure bij de Rechtbank Oost-Brabant gestart. In de schadestaatprocedure moet de rechter de omvang/hoogte van de schade van de scheepswerf vaststellen. De advocaat die namens de gemeente optreedt, heeft verweer gevoerd tegen de dagvaarding en bovendien een tegenvordering ingesteld (conclusie van antwoord en tevens incidentele vordering). (De advocaat van) de curator is nu door de rechtbank in de gelegenheid gesteld om hierop te reageren eveneens met een conclusie van antwoord. Uiteindelijk zal de rechtbank vonnis wijzen. De procedurele ontwikkelingen worden verder afgewacht en kunnen nog wel enige tijd in beslag nemen. 

11. Garantstellingen
De gemeente heeft zich in het verleden garant gesteld voor een aantal geldleningen. De meeste garantstellingen zijn overgedragen aan het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) en het Waarborgfonds Eigen Woningen. Bij problemen worden deze fondsen als eerste aangesproken. Onze gemeentelijke verantwoordelijkheid betreft de zogenaamde achtervang. Hierbij is het risico aanzienlijk gereduceerd. Op dit moment bedraagt het saldo van de gegarandeerde leningen circa € 248.420.000  . Hiervan is het overgrote gedeelte overgegaan naar de waarborgfondsen sociale woningbouw € 247.000.000.  De overige verstrekte gegarandeerde geldleningen bedragen € 1.420.000.

12. Klimaatrisico’s
Bij natuurrampen en/of extreem weer kunnen in de openbare ruimte grote schades ontstaan door wateroverlast, storm, droogte en brand die niet door de verzekering worden gedekt. Waar we de laatste jaren daarnaast steeds meer mee te maken krijgen is aantasting door of bestrijding van onze beplanting tegen overlast of schade door insecten en ziekte.

13. Mogelijke nabetalingsclaim

Bij de rechtbank Oost-Brabant loopt momenteel  een gerechtelijke procedure tussen de gemeente Land van Cuijk en een private partij inzake de nabetalingsclaim.

Bovenstaande risico’s leiden tot een totaal financieel risico van €  26.823.000. Uitgaande van een zekerheidspercentage van 90% leidt dit tot een benodigde weerstandscapaciteit van € 24.140.000.

4. Ratio weerstandsvermogen

Terug naar navigatie - 4. Ratio weerstandsvermogen

Het weerstandsvermogen wordt landelijk uitgedrukt in een verhoudingsgetal, de weerstandsratio. De ratio wordt bepaald door de beschikbare weerstandscapaciteit te delen door de benodigde weerstandscapaciteit (het totaal aan verwachte risico’s). 

De weerstandsratio Land van Cuijk jaarrekening 2024: 202.595.000 / 24.140.000 = 8,4

Onderstaande waarderingstabel is opgenomen in de Nota Risicomanagement Land van Cuijk:

Waarderingscijfer

Ratio weerstandsvermogen

Betekenis

A

>2

Uitstekend

B

1,4 < x < 2

Ruim voldoende

C

1,0 < x < 1,4

Voldoende

D

0,8 < x < 1,0

Matig

E

0,6 < x < 0,8

Onvoldoende

F

< 0,6

Ruim onvoldoende

Als beleidsregel is in de Nota Risicomanagement opgenomen: de ratio van het weerstandsvermogen dient minimaal uit te komen op het waarderingscijfer B (ruim voldoende) volgens de waarderingstabel. Indien de ratio lager uitvalt dan B, wordt er een plan aan de raad voorgelegd om de beschikbare weerstandscapaciteit te vergroten en/of de benodigde weerstandscapaciteit te verlagen.

Conclusie: de ratio weerstandsvermogen van de gemeente Land van Cuijk 2024 jaarrekening is uitstekend.

5. Financiële kengetallen

Terug naar navigatie - 5. Financiële kengetallen

Het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) bepaalt dat gemeenten voortaan een basis-set van vijf financiële kengetallen moeten opnemen in de jaarrekening. Het betreft de volgende kengetallen:

  • Netto schuldquote en deze gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen
  • Solvabiliteitsratio
  • Structurele exploitatieruimte
  • Grondexploitatie
  • Belastingcapaciteit

Doel van deze kengetallen is om u op eenvoudige wijze inzicht te geven in de financiële positie van de gemeente.

Kengetallen Jaarverslag 2023 Begroting 2024 Jaarverslag 2024
Netto schuldquote 37% 83% 35%
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen 32% 79% 29%
Solvabiliteitsratio 45% 30% 48%
Structurele exploitatieruimte 5% 1% 6%
Grondexploitatie 7% 11% 5%
Belastingcapaciteit 86% 93% 87%

De netto schuldquote (gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen) is lager dan begroot doordat er minder schulden zijn dan begroot.

De solvabiliteit is positiever dan begroot. Dat wordt veroorzaakt doordat het eigen vermogen hoger is dan werd begroot en de schulden lager zijn dan begroot. De stijging van het eigen vermogen wordt veroorzaakt door positieve rekeningresultaten van de jaren 2023 en 2024.

Het % 'structurele exploitatieruimte' is hoger dan begroot, dit komt door meer opbrengsten dan begroot.

Netto schuldquote
Dit kengetal geeft inzicht in het niveau van de schuldenlast van de gemeente ten opzichte van de eigen middelen. Het geeft zodoende een indicatie in welke mate de rentelasten en aflossingen op de exploitatie drukken. Een normale netto schuldenlast ligt tussen de 0% en 100%. Matig is tot 130% en daarna is dit slechter.

Solvabiliteitsratio
De solvabiliteitsratio geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is aan zijn financiële verplichtingen te voldoen. Hoe hoger dit percentage hoe beter. Dit cijfer ligt doorgaans rond de 30% bij gemeenten. 

Grondexploitatie
De afgelopen jaren is gebleken dat de grondexploitatie een forse impact kan hebben op de financiële positie van een gemeente. Het kengetal grondexploitatie geeft aan hoe groot de grondpositie (de waarde van de grond) is ten opzichte van de totale (geraamde) baten. Hoe lager dit percentage, hoe beter.

Structurele exploitatieruimte
Voor de beoordeling van de financiële positie is het ook van belang te kijken naar de structurele baten en structurele lasten. Structurele baten zijn bijvoorbeeld de algemene uitkering uit het gemeentefonds en de opbrengsten uit de onroerende zaakbelasting (OZB). Dit kengetal geeft aan hoe groot de structurele exploitatieruimte is, doordat wordt gekeken naar de structurele baten en structurele lasten en deze worden vergeleken met de totale baten. Hoe hoger dit percentage, hoe beter. 

Belastingcapaciteit
Dit kengetal geeft inzicht hoe de belastingdruk in de gemeente zich verhoudt ten opzichte van het landelijk gemiddelde. Hoe lager dit percentage hoe beter. De belastingdruk binnen de gemeente Land van Cuijk ligt onder het landelijke gemiddelde.

Positie gemeente Land van Cuijk

In de Nota Risicomanagement Land van Cuijk is een methode vastgesteld om de kengetallen in samenhang te beoordelen. Op deze wijze kan een totaal oordeel worden gegeven over de financiële positie  van de gemeente Land van Cuijk in vergelijking met voorgaande jaren en andere gemeenten.

Kengetal Jaarverslag 2024 Score Toelichting
Netto gecorrigeerde schuldquote 29% 30

Meerjarig laat dit kengetal een licht dalende trend zien. De score 2024 is conform de streefwaarde  "minst risicovol". Ten opzichte van de begroting 2024 is dit kengetal in de jaarrekening beduidend lager. 

Solvabiliteitsratio 48% 27

Meerjarig laat dit kengetal een licht stijgende trend zien. De score 2024 is conform de streefwaarde "neutraal".  Ten opzichte van de begroting 2024 is dit kengetal in de jaarrekening  beduidend hoger. 

Grondexploitatie 5% 15 Ten opzichte van de score van 2023 laat dit cijfer ongeveer een gelijke waarde zien. De score 2024 betreft "minst risicovol".
Structurele exploitatieruimte 6% 10 De score 2024 van "minst risicovol" is vergelijkbaar met het cijfer van 2023. Het cijfer is beter dan in de begroting 2024. 
Belastingcapaciteit 87% 5 Ten opzichte van 2023 laat dit kengetal een vergelijkbare waarde zien. De score 2024 is conform de streefwaarde "minst risicovol".
Totaalcijfer   87 De laatst bekende landelijke score betreft de score over de jaarrekening 2023. Deze bedroeg gemiddeld 84 punten. Voor gemeenten in de grootteklasse 50.000-100.000 bedroeg de gemiddelde score in 2023  86 punten. De gemeente Land van Cuijk scoort in 2024 ten opzichte van deze gemiddelden in 2023 licht hoger, namelijk 87.  De streefwaarde van 78 punten uit de Nota Risicomanagement Land van Cuijk is ruimschoots gehaald.