In het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) is in artikel 10 een aantal eisen opgenomen waaraan deze paragraaf moet voldoen. Die eisen hebben tot doel meer transparantie in het besluitvormingsproces te bieden en daarmee een grotere betrokkenheid van alle belanghebbenden. Een ander doel is een betere vergelijkbaarheid van kosten en beleidsresultaten met andere gemeenten. Verder kan hiermee een versterkt inzicht in de financiële positie van de gemeenten worden bereikt.
1. Lokale heffingen
Geraamde opbrengsten
Terug naar navigatie - Geraamde opbrengstenIn onderstaand overzicht zijn de geraamde opbrengsten 2023 van alle lokale heffingen weergegeven.
Exploitatie | Begroting 2022 | Begroting 2023 | Begroting 2024 | Begroting 2025 | Begroting 2026 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Lasten | ||||||
10. OVERHEAD | ||||||
10.1 OVERHEAD | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Baten | ||||||
1. BESTUUR EN VEILIGHEID | ||||||
1.2 BURGERZAKEN | 964 | 847 | 1.207 | 1.207 | 1.207 | |
1.3 VEILIGHEID | 40 | 79 | 79 | 79 | 79 | |
Totaal 1. BESTUUR EN VEILIGHEID | 1.004 | 926 | 1.286 | 1.286 | 1.286 | |
10. OVERHEAD | ||||||
10.1 OVERHEAD | 33 | 33 | 33 | 33 | 33 | |
2. OPENBARE RUIMTE | ||||||
2.1 VERKEER EN VERVOER | 226 | 226 | 226 | 226 | 226 | |
2.3 WATER | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Totaal 2. OPENBARE RUIMTE | 226 | 226 | 226 | 226 | 226 | |
3.ECONOMIE, RECREATIE EN TOERISME | ||||||
3.1 ECONOMIE | 90 | 90 | 90 | 90 | 90 | |
3.2 RECREATIE EN TOERISME | 4 | 4 | 4 | 4 | 4 | |
Totaal 3.ECONOMIE, RECREATIE EN TOERISME | 94 | 94 | 94 | 94 | 94 | |
5. SPORT EN CULTUUR | ||||||
5.1 SPORT | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
6. SOCIAAL DOMEIN | ||||||
6.1 LEEFBAARHEID | 8 | 8 | 8 | 8 | 8 | |
6.5 MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING | 13 | 14 | 14 | 14 | 14 | |
Totaal 6. SOCIAAL DOMEIN | 21 | 22 | 22 | 22 | 22 | |
7. MILEU | ||||||
7.1 RIOLERING | 8.829 | 10.058 | 10.108 | 10.108 | 10.108 | |
7.2 AFVAL | 8.295 | 8.779 | 8.776 | 8.776 | 8.776 | |
7.3 MILIEUBEHEER | 315 | 315 | 315 | 315 | 315 | |
Totaal 7. MILEU | 17.439 | 19.152 | 19.199 | 19.199 | 19.199 | |
8. VHROSV | ||||||
8.1 RUIMTELIJKE ORDENING | 307 | 307 | 307 | 307 | 307 | |
8.2 BOUWEN EN WONEN | 3.195 | 2.195 | 2.195 | 2.195 | 2.195 | |
Totaal 8. VHROSV | 3.502 | 2.502 | 2.502 | 2.502 | 2.502 | |
9. ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN | ||||||
9.2 LOKALE HEFFINGEN | 25.353 | 26.240 | 26.269 | 26.269 | 26.269 | |
9.3 OVERIGE BATEN EN LASTEN | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |
Totaal 9. ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN | 25.355 | 26.242 | 26.271 | 26.271 | 26.271 | |
Totaal Baten | 47.674 | 49.198 | 49.634 | 49.634 | 49.634 |
Beleid ten aanzien van de lokale heffingen
Terug naar navigatie - Beleid ten aanzien van de lokale heffingenDe beleidskaders, dus ook die op het terrein van de lokale heffingen, zijn opgenomen in de programma's. Kortheidshalve wordt hiernaar verwezen. De beleidsuitgangspunten met betrekking tot de kostendekking en de daaraan gekoppelde tariefstelling moeten op grond van de BBV in deze paragraaf zelf worden opgenomen.
Overzicht op hoofdlijnen diverse heffingen
Terug naar navigatie - Overzicht op hoofdlijnen diverse heffingenIn dit overzicht is geprobeerd inzichtelijk te maken hoe bij de berekening van tarieven van deze heffingen, die hoogstens kostendekkend mogen zijn, wordt geborgd dat de geraamde baten de ter zake geraamde lasten niet overschrijden. Voorts wordt vermeld wat de beleidsuitgangspunten zijn die ten grondslag liggen aan deze berekeningen en hoe deze uitgangspunten bij de tariefstelling zijn en worden gehanteerd.
Hiervoor staan de heffingen die in onze gemeenten worden geheven. Deze zijn gebaseerd op de Gemeentewet en de Wet milieubeheer en verder uitgewerkt in de belastingverordeningen. In dit onderdeel gaan wij met name in op de rioolheffingen, de reinigingsheffingen, de graf- en begrafenisrechten/lijkbezorgingsrechten en de leges. Volgens de toelichting op de BBV moet voor deze heffingen de kostendekking inzichtelijk worden gemaakt. De geraamde baten van deze heffingen mogen de ter zake geraamde lasten niet overschrijden. Anders gezegd: er mag geen “winst” worden gemaakt. Dat gebeurt ook niet.
Bij het opstellen van de tarieven en de leges wordt gebruikt gemaakt van de handreikingen Kostenonderbouwing uitgebracht door de VNG en de BBV-notitie Overhead. Bij het inzichtelijk maken van de kostendekkendheid van riolering, afval en begraven dient een berekening te worden gemaakt op basis van de volgens BBV toe te rekenen overhead.
Onroerende-zaakbelastingen
Onroerende-zaakbelastingen worden geheven van eigenaren van woningen en niet-woningen en van gebruikers van niet-woningen. De eigenaar/gebruiker op 1 januari van enig jaar is belastingplichtig voor het gehele jaar. Grondslag is de waarde van de onroerende zaak die is vastgesteld met een WOZ-beschikking. Voor het belastingjaar 2023 geldt de waarde van de onroerende zaak per 1 januari 2022.
In het raadsprogramma is geen (trendmatige) verhoging opgenomen ten aanzien van de OZB. De tarieven zijn vooralsnog niet verhoogd met inflatiecorrectie, tijdens de beraadslaging van de begroting in november zal pas duidelijk worden of dit nog wijzigt. Tevens moet nog de kanttekening worden gemaakt dat na bepaling van de nieuwe WOZ-waarden de tarieven worden bijgesteld. Uitgangspunt hierbij is: stijgt de waarde, dan daalt het tarief, waarna de geraamde opbrengst gelijk blijft.
Rioolheffing
De beleidsuitgangspunten (artikel 10, onderdeel c van het BBV):
- Rioolheffing is een bestemmingsheffing.
- Met de rioolheffing kan de gemeente naast de zorg voor het riool tevens voorzieningen bekostigen op de zorg voor het hemelwater en grondwater.
- Deze zorgtaken zijn destijds opgenomen n de door de vijf gemeenteraden vastgestelde verbrede gemeentelijke rioleringsplannen (VGRP's 2019-2023).
- Via storting en aanwending van de gevormde voorziening kunnen de tarieven gelijkmatig worden ingezet.
- De VGRP's 2019-2023 zijn budgettair verwerkt in de taakvelden in de programmabegroting 2023.
- Beoordeeld is welke kosten van activiteiten toerekenbaar zijn en daarmee kunnen worden verhaald via de rioolheffing.
- De BTW en de overheadskosten zijn extra comptabel toegerekend.
- De raming van de baten is tot stand gekomen op basis van historische opbrengsten, de ontwikkeling van het aantal belastingplichtigen en de tarieven 2023.
- In 2023 bedraagt de kostendekkendheid, op basis van de huidige tarieven 96% . Hierdoor is het niet nodig de rioolheffing voor 2023 te verhogen met het gewogen gemiddelde uit de VGRP’s 2019-2023.
Hieronder volgt nog een overzicht ten aanzien van de berekening van de kostendekkendheid rioolheffing 2023.
Overzicht in de begroting | ||||
Kosten taakveld (directe kosten + toerekenbare indirecte kosten -/- overhead -/- BTW) | € 8.634.011 | |||
Inkomsten taakveld excl. Heffingen (baatbelasting + huurinkomsten) | € -21.214 | |||
Netto kosten taakveld | € 8.612.797 | |||
Toe te rekenen kosten: | ||||
Overhead (conform financiële verordening LvC 2022 Art. 13 lid 3) | € 1.574.184 | |||
BTW | € 692.608 | |||
€ 2.266.792 | ||||
Totale kosten | € 10.879.589 | |||
Opbrengst heffingen + aanwending voorziening | € -10.419.553 | |||
Dekking | € 460.036 | |||
96% |
Reinigingsheffingen
De beleidsuitgangspunten (artikel 10, onderdeel c van het BBV):
- Reinigingsheffingen omvatten de afvalstoffenheffing en de reinigingsrechten.
- De afvalstoffenheffing wordt geheven voor het inzamelen en verwerken van huishoudelijke afvalstoffen.
- Reinigingsrechten worden in rekening gebracht voor het op verzoek van belanghebbende ophalen van bedrijfsafval wat naar aard en omvang gelijkwaardig is aan huishoudelijke afvalstoffen.
- Beoordeeld is welke kosten van activiteiten toerekenbaar zijn en daarmee kunnen worden verhaald via de afvalstoffenheffing en het reinigingsrecht.
- De raming van de baten is tot stand gekomen op basis van historische opbrengsten, de ontwikkeling van het aantal belastingplichtigen en de tarieven 2023.
- De huidige tarieven reinigingsheffingen blijven voor 2023 gehandhaafd. De kostendekkendheid bedraagt 90%.
Hieronder volgt nog een overzicht ten aanzien van de berekening van de kostendekkendheid reinigingsheffingen 2023.
Overzicht in de begroting | ||||
Kosten taakveld (directe kosten + toerekenbare indirecte kosten -/- overhead -/- BTW) | € 9.538.705 | |||
Inkomsten taakveld excl. Heffingen (Opbrengsten afvalfonds) | € -2.391.474 | |||
Netto kosten taakveld | € 7.147.231 | |||
Toe te rekenen kosten: | ||||
Overhead (conform financiële verordening LvC 2022 Art. 13 lid 3) | € 540.588 | |||
BTW | € 2.025.903 | |||
€ 2.566.491 | ||||
Totale kosten | € 9.713.722 | |||
Opbrengst heffingen | € -8.778.922 | |||
Dekking | € 934.800 | |||
90% |
Graf- en begrafenisrechten / lijkbezorgingsrechten
De beleidsuitgangspunten (artikel 10, onderdeel c van het BBV):
- De rechten worden geheven voor diensten die verband houden met het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen.
- Bij het streven naar een verbetering van de kostendekking wordt permanent beoordeeld of de tarieven in de pas blijven lopen met de regionale tarieven.
- Het aantal begravingen neemt af ten opzichte van het aantal crematies.
- Verhoging van de tarieven kan leiden tot nog minder begravingen.
- Beoordeeld is welke kosten van activiteiten toerekenbaar zijn en daarmee kunnen worden verhaald via de graf- en begrafenisrechten.
- De BTW is waar van toepassing extra comptabel toegerekend.
- De raming van de baten is tot stand gekomen door historische opbrengsten, de ontwikkeling van de aantallen en de tarieven.
Hieronder volgt nog een overzicht ten aanzien van de berekening van de kostendekkendheid graf- en begrafenisrechten 2023.
Overzicht in de begroting | ||||
Kosten taakveld (directe kosten + toerekenbare indirecte kosten -/- overhead -/- BTW) | € 390.449 | |||
Netto kosten taakveld | € 390.449 | |||
Toe te rekenen kosten: | ||||
Overhead (conform financiële verordening LvC 2022 Art. 13 lid 3) | € 135.239 | |||
€ 135.239 | ||||
Totale kosten | € 525.688 | |||
Opbrengst grafrechten | € -314.919 | |||
Dekking | € 210.769 | |||
60% |
Leges
De beleidsuitgangspunten (artikel 10, onderdeel c van het BBV):
- De tarieven zijn vooral gebaseerd op historische ervaringscijfers waarbij de gemiddelde tijdsbesteding, indien meetbaar, de basis vormt.
- Voor de berekening van de directe en indirecte kosten (overhead) zijn dezelfde uitgangspunten gehanteerd zoals die bij de rioolheffing, reinigingsheffingen en de graf- en begrafenisrechten.
- Als het om heel geringe aantallen gaat is aansluiting gezocht bij landelijk gangbare tarieven.
- Gelet op het maatschappelijk belang en/of de aard van de instelling of vereniging heeft de raad besloten voor een aantal diensten vrijstelling te verlenen.
- Door de Rijksoverheid zijn wettelijke legestarieven voorgeschreven die daarmee qua tariefstelling niet beïnvloedbaar zijn door gemeentelijke kostenberekeningen.
- De Rijksoverheid hanteert voor rijbewijzen en reisdocumenten wettelijke maxima.
- De raming van de baten is een resultaat van de historische opbrengsten, de ontwikkeling van de aantallen en de tarieven.
- Voor de legesbaten omgevingsvergunningen is de raming gecompliceerder. Bij incidentele grote bouwprojecten kan toerekening van de bate aan het incidentele jaar tot schommelingen leiden. Mocht blijken dat er structureel (3 jaar) meer leges worden ontvangen dan geraamd dan zal dat – in relatie tot de kosten van het in behandeling nemen – eventueel moeten worden vertaald in lagere tarieven.
In deze paragraaf moet op grond van het BBV een overzicht van baten en lasten (2023) worden opgenomen per hoofdstuk van de tarieventabel. Ook dient voor zover mogelijk de kostendekking per hoofdstuk worden gepresenteerd. Zoals bekend beoordeelt de belastingrechter uitsluitend de kostendekking op het niveau van de totale legesopbrengsten (toets artikel 229b Gemeentewet).
Lokale lastendruk
Terug naar navigatie - Lokale lastendrukHieronder volgt een overzicht van de gemiddelde lokale lastendruk voor iedere eigenaar / bewoner en huurder van een gemiddelde woning in de gemeente Land van Cuijk onderscheiden naar een meerpersoons- of eenpersoonshuishouden.. Deze lasten bestaan uit de onroerendezaakbelastingen, de rioolheffingen en de afvalstoffenheffing. De eerder genoemde fiscale maatregelen ten aanzien van deze heffingen zijn hierin verwerkt. Omdat de nieuwe WOZ-waarden naar waardepeildatum 1 januari 2022 nog niet bekend zijn is bij de berekening van de OZB rekening gehouden met de huidige gemiddelde WOZ-waarde van een woning, deze bedraagt € 301.000. De bedragen zijn naar beneden afgerond op hele euro's.
Berekening belastingdruk per huishouden in euro's (afhankelijk van definitieve besluitvorming) |
2022 | 2023 | Verschil 2022 met 2023 |
Eigenaar/bewoner (gemiddeld) Meerpersoonshuishouden | € | € | € |
Onroerende-zaakbelasting (OZB) | 357 | 357 | 0 |
Afvalstoffenheffing | 214 | 214 | 0 |
Rioolheffing eigenaar | 117 | 117 | 0 |
Rioolheffing gebruiker | 125 | 125 | 0 |
Totaal | 813 | 813 | 0 |
Ontwikkeling gemiddelde woonlasten t.o.v. 2022 | 0% | ||
Eigenaar/bewoner (gemiddeld) Eenpersoonshuishouden | € | € | € |
Onroerende-zaakbelasting (OZB) | 357 | 357 | 0 |
Afvalstoffenheffing | 214 | 214 | 0 |
Rioolheffing eigenaar | 117 | 117 | 0 |
Rioolheffing gebruiker | 65 | 65 | 0 |
Totaal | 753 | 753 | 0 |
Ontwikkeling gemiddelde woonlasten t.o.v. 2022 | 0% | ||
Huurder (gemiddeld) Meerpersoonshuishouden | € | € | € |
Afvalstoffenheffing | 214 | 214 | 0 |
Rioolheffing gebruiker | 125 | 125 | 0 |
Totaal | 339 | 339 | 0 |
Ontwikkeling gemiddelde woonlasten | 0% | ||
Huurder (gemiddeld) Eenpersoonshuishouden | € | € | € |
Afvalstoffenheffing | 214 | 214 | 0 |
Rioolheffing gebruiker | 65 | 65 | 0 |
Totaal | 279 | 279 | 0 |
Ontwikkeling gemiddelde woonlasten | 0% | ||
De gemeente Land van Cuijk staat momenteel (2022) op de ranglijst van de gemiddelde woonlasten op de 73e plaats van de 342 gemeenten waarbij nummer 1 de goedkoopste is.
Kwijtscheldingsbeleid
Terug naar navigatie - KwijtscheldingsbeleidAls een belastingplichtige over te weinig financiële middelen beschikt, kan kwijtschelding worden verleend. De kwijtscheldingsnormen in Land van Cuijk zijn zo ruim als wettelijk is toegestaan. Vermogensbestanddelen en onverantwoord bestedingsgedrag kunnen kwijtschelding in de weg staan.
Het aanvragen van kwijtschelding is in veel gevallen eenvoudig. Dat kan desgewenst zelfs digitaal via DigiD. Men hoeft dan geen uitgebreid inlichtingenformulier in te vullen en verplichte bijlagen mee te sturen.
De gemeente laat het Inlichtingenbureau een uitgebreide toets doen. Dit is een overheidsinstantie die daar helemaal voor is uitgerust. Het Inlichtingenbureau toetst of de aanvrager in aanmerking komt voor automatische kwijtschelding. Is dat niet het geval, dan ontvangt de gemeente zoveel mogelijk detailinformatie terug. Op die manier is de controle op rechtmatige verstrekking van kwijtschelding beter gewaarborgd. Voor de burger betekent dit dat zij veel minder gegevens hoeven te verstrekken. Als er een belemmering is om automatisch kwijtschelding te verlenen (bijvoorbeeld door vermogen of de kostendelersnorm), dan zal de aanvrager nadere informatie worden gevraagd.
Actuele ontwikkelingen
Terug naar navigatie - Actuele ontwikkelingenHarmonisatie belastingverordeningen
Binnen twee jaar na datum herindeling moet (eventuele) harmonisatie van andere belastingverordeningen plaatsvinden. Hieronder het tijdsschema per (belasting)verordening:
Verordening Planning vaststelling
Toeristenbelasting December 2022
Reclamebelasting 2023
Graf en begrafenisrechten 2023
Kwijtschelding December 2022
Omgevingswet en leges
De Omgevingswet zorgt o.a. voor wijzigingen bij het heffen van leges. De inwerkingtreding van de Omgevingswet is (vooralsnog) uitgesteld tot 1 januari 2023. Leges zijn tijdstipheffingen. Voor de heffing is van belang wanneer het belastbaar feit zich voordoet, zoals het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning.
Wetgevingstraject
De wetgeving is min of meer afgerond. De beoogde inwerkingtreding is nog steeds 1 januari 2023. Er zijn nog wel wat struikelblokken, zoals de eis van een goed werkend Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO). Ook zijn er zorgen over de kosten en kostenverdeling van de nieuwe wet. De Eerste Kamer heeft een motie aangenomen die de minister oproept om vast te houden aan 1 januari 2023 als invoeringsdatum. Het kabinet heeft als voornemen om in november 2022 een definitief besluit te nemen over het ontwerp-Koninklijk Besluit. De VNG werkt ondertussen door aan de implementatie van de Omgevingswet.
Verruiming vermogensnorm kwijtschelding .
De Kamer nam de vorige kabinetsperiode een motie aan over het verruimen van de vermogensnorm bij kwijtschelding van de lokale belastingen, zodat mensen een kleine financiële buffer hebben. De minister van BZK heeft geregeld dat de vermogensnorm met maximaal € 2.000 wordt opgehoogd. Hiervoor is op 16 september 2022 een nieuwe Regeling kwijtschelding belastingen medeoverheden vastgesteld. Deze verruiming moet nog wel in de nieuwe gemeentelijke verordening Kwijtschelding worden opgenomen en werkt terug tot 1 januari 2022. Een voorstel daartoe is in voorbereiding.
Onderzoek naar eenvoudiger, sneller en beter waarderen van woningen
Binnen de VNG loopt een meerjarig gemeentelijk samenwerkingstraject getiteld: Samen Organiseren. Daar wordt bekeken of processen die alle gemeenten uitvoeren eenvoudiger / sneller / beter kunnen worden uitgevoerd. De uitvoering van de Wet WOZ is zo’n proces. In dat kader is een project opgestart met de focus op het modelmatig waarderen van woningen. Het project wordt ondersteund door de VNG en gefinancierd vanuit het fonds GGU (Gezamenlijke Gemeentelijke Uitvoering). Binnen het project is een aantal pilots opgestart zoals Artificial Intelligence (Ai) in de Wet WOZ. Hebben Ai, locatiegegevens en Automated Valuation Models ons iets te bieden bij modelmatige waardebepaling van woningen? Dat wordt onderzocht in een aantal pilots bij diverse uitvoerders van de Wet WOZ. Wanneer daar de resultaten van bekend worden, is op dit moment nog niet bekend.