4. Financiering

Algemeen

Terug naar navigatie - Algemeen

Deze paragraaf vloeit voort uit bepalingen van de Wet financiering decentrale overheden (Wet Fido). Deze wet beoogt het bevorderen van een solide financiering en kredietwaardigheid van decentrale overheden en het beheersen van financiële risico’s.  Voor de gemeente Land van Cuijk is deze regelgeving  vertaald in een ‘treasurystatuut’ dat door de gemeenteraad is vastgesteld op 3 januari 2022.

Treasuryfunctie

Terug naar navigatie - Treasuryfunctie

In het treasurystatuut worden allereerst het begrippenkader en de doelstellingen van de treasuryfunctie geformuleerd. Deze worden vervolgens geconcretiseerd voor verschillende deelgebieden van treasury: risicobeheer, gemeentefinanciering en kasbeheer. Daarna worden de organisatorische randvoorwaarden van de treasuryfunctie weergegeven. Daarbij ligt het accent op de helderheid betreffende de verdeling van de taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden. Tot slot worden de uitgangspunten vastgelegd voor de informatie die noodzakelijk is om het gehele proces beheersbaar en meetbaar te maken en te houden.

De treasuryfunctie van onze gemeente dient tot:

  • Het verzekeren van duurzame toegang tot financiële markten tegen acceptabele condities.
  • Het beschermen van gemeentelijke vermogens- en (rente)resultaten tegen ongewenste financiële risico’s zoals renterisico’s, koersrisico’s, valutarisico’s, kredietrisico’s en interne liquiditeitsrisico’s.
  • Het minimaliseren van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities.
  • Het optimaliseren van renteresultaten binnen de kaders van de Wet Fido respectievelijk de limieten en richtlijnen van de financiële verordening.

Risicobeheer

Terug naar navigatie - Risicobeheer

De financiële risico’s bestaan uit renterisico’s, koersrisico’s, valutarisico’s, interne liquiditeitsrisico’s en kredietrisico’s.

De Wet financiering decentrale overheden (Wet FIDO) geeft een aantal verplichte elementen aan die het risico beperken. In het door de raad vastgestelde Treasurystatuut wordt aangegeven hoe de gemeente Land van Cuijk deze wet in de praktijk toepast. Het doel van dit statuut is, naast het beperken van deze risico’s, het verhogen van een slagvaardig beleid bij het aantrekken respectievelijk het uitzetten van gelden. Een belangrijke eis uit de Wet FIDO is dat de uitvoering van de treasuryfunctie uitsluitend de publieke taak dient en dat het beheer prudent (voorzichtig) dient te zijn. De gemeente Land van Cuijk  heeft geen beleggingen die niet in het verlengde van de publieke taak liggen

Renterisico
Bij de inwerkingtreding van de Wet FIDO is het begrip ‘renterisiconorm’ ingevoerd. De renterisiconorm beoogt een zodanige opbouw van de leningenportefeuille, dat het renterisico uit hoofde van renteaanpassing en herfinanciering van leningen wordt beperkt. Uitgangspunt hierbij is om zoveel mogelijk spreiding in de looptijden van leningen aan te brengen. De wettelijk vastgestelde renterisiconorm van 20% houdt in dat in enig jaar de aflossing van de lange schuld niet hoger mag zijn dan 20% van het begrotingstotaal. Uit de berekening van de huidige renterisiconorm, zoals hieronder weergegeven, blijkt dat voor de jaren 2024 - 2027 de renterisiconorm niet wordt overschreden.

Koersrisco
De koersrisico’s van de gemeente zijn zeer beperkt omdat uitsluitend middelen worden uitgezet bij de schatkist of bij andere overheden. Dit gebeurt in vastrentende waarden. Vastrentende waarden garanderen dat op de einddatum de nominale waarde wordt uitgekeerd. Op de einddatum is dus geen sprake van koersrisico’s.

Valutasrisco
Valutarisico’s worden door onze gemeente uitgesloten. Er worden uitsluitend leningen verstrekt, aangegaan of gegarandeerd in euro’s. Aandelen worden in de balans opgenomen tegen de nominale waarde, waardoor er geen koersrisico’s worden gelopen.

Kredietrisico
De gemeente gaat leningen aan, zet middelen uit en verleent garanties uitsluitend ten behoeve van de publieke taak. Uitzettingen geschieden uitsluitend aan tegenpartijen die aan de in het treasurystatuut genoemde eisen voor kredietwaardigheid voldoen. Daardoor worden kredietrisico’s beperkt.

Kasgeldlimiet

Terug naar navigatie - Kasgeldlimiet

Om de directe gevolgen van een snelle rentestijging te beperken is in de Wet FIDO de kasgeldlimiet opgenomen. Dit houdt in dat de gemeente haar financieringsbehoefte voor een beperkt bedrag met kort geld (looptijd < 1 jaar) mag financieren. De norm is in de wet gesteld op 8,5% van het begrotingstotaal aan lasten bij aanvang van het jaar. Voor onze gemeenten  bedraagt de limiet voor 2024 € 25.214.145.

Renterisiconorm

Terug naar navigatie - Renterisiconorm

Voor de lange termijn wordt de renteonzekerheid uitgedrukt in het renterisico. In de Wet Fido is een renterisiconorm voor decentrale overheden vastgelegd. Het uitgangspunt van de renterisiconorm is het beheersen van de renterisico’s op langlopende schulden (leningen met een looptijd van langer dan één jaar). Dit gebeurt door het aanbrengen van spreiding in de looptijden van de leningen. Hiermee wordt voorkomen dat een groot deel van de leningen tegelijk opnieuw moeten worden afgesloten met het risico van snel oplopende rentelasten.
De renterisiconorm is bepaald op 20% van het begrotingstotaal. Dat wil zeggen dat de jaarlijks verplichte aflossingen en de renteherzieningen niet meer mogen bedragen dan 20% van het begrotingstotaal.  Gelet op de huidige opgenomen geldleningen komen we niet inde problemen met de renterisiconorm in 2024.

Modelstaat B (Renterisico vaste schuld over de jaren 2024 t/m 2027
Stap Variabelen renterisico(norm) Jaar T: Jaar T+1: Jaar T+2: Jaar T+3:
    2024 2025 2026 2027
1 Renteherzieningen 0 0 0 0
2 Aflossingen 12.050.410 9.894.782 9.402.746 9.302.042
3 Renterisico (1 + 2) 12.050.410 9.894.782 9.402.746 9.302.042
4 Renterisiconorm 59.327.400 58.780.800 58.391.400 58.108.200
5a = 4 > 3 Ruimte onder renterisiconorm 47.276.990 48.886.018 48.988.654 48.806.158
5b = 3 > 4 Overschrijding renterisiconorm        
Berekening         
renterisiconorm          
4a Begrotingstotaal jaar T 296.637.000 293.904.000 291.957.000 290.541.000
4b Percentage regeling 20 20 20 20
4 = 4a x 4b / 100 Renterisiconorm
(van alleen jaar T)
59.327.400 58.780.800 58.391.400 58.108.200

Schatkistbankieren

Terug naar navigatie - Schatkistbankieren

Op basis van de Wet Verplicht schatkistbankieren zijn decentrale overheden (o.a. gemeenten) verplicht om hun overtollige middelen in de schatkist bij het Ministerie van Financiën aan te houden. Dit houdt in dat geld en vermogen niet bij banken en instellingen buiten de schatkist mogen worden gehouden. Overtollige middelen mogen alleen in rekening-courant en via deposito's bij de schatkist worden aangehouden of onderling worden uitgeleend aan andere decentrale overheden.

Financiering

Terug naar navigatie - Financiering

De commissie BBV heeft in 2017 een rentenotitie uitgebracht waarin men adviseert om het renteschema uit deze notitie op te nemen in de financieringsparagraaf. In onderstaand overzicht wordt hierdoor o.a. inzicht gegeven in de rentelasten en het renteresultaat.

Rentetoerekening

Terug naar navigatie - Rentetoerekening

De commissie BBV heeft in 2017 een rentenotitie uitgebracht waarin men adviseert om het renteschema uit deze notitie op te nemen in de financieringsparagraaf. In onderstaand overzicht wordt hierdoor o.a. inzicht gegeven in de rentelasten en het renteresultaat.

Schema rentetoerekening 2024
Bedragen x € 1.000
a. De externe rentelasten over de korte en lange financiering    3.433
b. De externe rentebaten                                                                                                82
  Totaal door te rekenen externe rente  A 3.351
c. De rente die aan de grondexploitatie moet worden doorberekend                        363
  De rente van projectfinanciering die aan het betreffende taakveld moet worden toegerekend                                                                      0
  Toe te rekenen externe rente B 363
  Saldo door te rekenen externe rente  A-B 2.988
d1. Rente over eigen vermogen    0
d2. Rente over voorzieningen (gewaardeerd op contante waarde)    0
  De aan taakvelden (programma’s inclusief overzicht Overhead) toe te rekenen rente  C 2.988
e. De werkelijk aan taakvelden toegerekende rente (renteomslag)                                                                      D 3.848
f. Renteresultaat op het taakveld treasury  C-D -860