• Tussen dorpen en voorzieningen en dorpen onderling, zijn aanpassingen aan de bestaande infrastructuur nodig om de bereikbaarheid te verbeteren. O.a. (snel)doorfietsroutes en veilige en comfortabele fietspaden.
  • Ontwikkelen en realiseren van voorzieningen, inclusief nieuwe vormen van deelvervoer en gedeeld vervoer, die de bereikbaarheid en gebruik van openbaar vervoer (OV) en aansluiting op de hoofdlijnen van het OV verbeteren.
  • Als gevolg van cumulatie van mobiliteitseffecten van ruimtelijke gebiedsontwikkelingen en -projecten, bovenop de autonome groei, neemt de intensiteit op een aantal toegangswegen zodanig toe dat dit plaatselijk tot congestie leidt. Hiervoor zijn projectoverstijgende (bovenwijkse) oplossingen nodig. B.v. aanpassingen aan verbindingswegen, ontsluitingswegen, rotondes etc..  Dit zijn kostbare aanpassingen die de gemeente niet alleen kan bekostigen. In de kadernota zijn hiervoor eigen middelen gereserveerd. Dat is één van de voorwaarden om in aanmerking te kunnen komen voor cofinanciering vanuit de provincie en/of het rijk.
  • Voor een optimale inzet van de gereserveerde middelen is een combinatie mogelijk met de inzet van middelen voor de modelshift/fietsagenda

Kwaliteit (toelichting)

Jaarlijks wordt verantwoording afgelegd door middel van een rapportage over de uitgevoerde acties en besteding van de middelen.  
Belanghebbenden hebben op meerdere momenten inbreng kunnen leveren voor het opstellen van de visie. Conform de wens van de raad worden belanghebbenden op passende wijze betrokken bij de voorbereiding en uitvoering van projecten uit het uitvoeringsprogramma.

Tijd (toelichting)

In december 2023 stelt de gemeenteraad de mobiliteitsvisie vast, in het eerste of tweede kwartaal stelt de gemeenteraad het uitvoeringsprogramma vast. Daarna wordt het programma gefaseerd uitgevoerd, afhankelijk van de beschikbare middelen, capaciteit en urgentie. De looptijd van de visie is tot 2040.