In april 2023 is het beleidsplan Bestaanszekerheid vastgesteld. Om alle acties die uit het beleidsplan voortvloeien te kunnen bekostigen zijn extra middelen noodzakelijk, zoals reeds aangegeven in het raadsvoorstel van april 2023. 

Kwaliteit (toelichting)

We toetsen de effecten van landelijke regelingen en het lokaal minimabeleid op de financiële positie van inwoners met een laag inkomen via een Minima Effect Rapportage (MER Nibud). Het onderzoek richt zich op de eerste helft van 2023 en dient als nulmeting. De effectrapportage geeft inzicht voor zes huishoudtypes en drie inkomensniveaus en wordt eind september verwacht.

Deze eerste MER geeft aan hoe we zijn gestart met het actieplan bestaanszekerheid. Met deze indicator kunnen we goed aangeven welke resultaten worden behaald met de acties uit het plan. Toets van het minimabeleid door inzicht te geven in de effecten van landelijke regelingen en lokaal minimabeleid op de financiële positie van inwoners met een laag inkomen via een Minima effectrapportage (MER). Daarnaast ontwikkelen we een dashboard bestaanszekerheid.

Het beleidsplan bestaanszekerheid onderscheidt 3 fases van problematiek, te weten preventie (er is nog geen problematiek), lichte problematiek en zware problematiek. Door inzet op preventie en ondersteuning bij lichte problematiek beogen we zware problematiek te voorkomen. Om het beleid te monitoren en de effecten te evalueren, ontwikkelen we een dashboard bestaanszekerheid. Dit dashboard bevat onder andere cijfers over het gebruik van minimaregelingen, het aantal kinderen dat geholpen wordt door Leergeld en het aantal mensen dat gebruik maakt van schuldhulpverlening”.

Tijd (toelichting)

Voor de uitvoering van de acties bestaanszekerheid kennen we een MER nulmeting in 2023, herhaling eind 2024 (hebben de keuzes het gewenste resultaat opgeleverd). Tweede rapportage biedt basis voor debat met gemeenteraad begin 2025.